vrijdag

Twee miljoen Afghaanse kinderen werken om zichzelf en hun familie in leven te houden. Tienduizenden verrichten slavenarbeid in steenbakkerijen.

Vorig jaar tekende The New York Times het verhaal op van de achtjarige Neyaz Muhammad. Hij had de pech geboren te worden in een familie met een grote schuld bij Gul Bacha, de baas van een steenbakkerij in de provincie Nangarhar in het oosten van Afghanistan. Samen met zijn vader en drie broers maakt hij dagelijks twaalf uur per dag bakstenen. Onder de smerige rook van de ovens en schoorstenen doet Neyaz loodzwaar werk. "Ik vind dit werk niet leuk. Ik wil naar school en later dokter worden, zodat ik nuttig ben voor mijn familie en voor mijn land", aldus Neyaz.



Vader Zar Muhammad (55) gaat gebukt onder een hoge schuld. Die begon zo'n tien jaar geleden met tienduizend roepies en is inmiddels opgelopen tot 150.000 roepies (1.285 euro). Maar als Muhammad met zijn zonen een hele dag heeft gewerkt en 2.500 bakstenen heeft geproduceerd, verdien hij slechts 8 euro. Iedere keer moet hij bij de baas meer geld lenen om bijvoorbeeld medicijnen te kopen en loopt de schuld verder op. De toekomst van zijn jonge zoons ziet er weinig rooskleurig uit. De baas van de steenbakkerij is niet van plan de familie te laten gaan totdat de schuld is afbetaald. Daar staat tegenover dat de arbeidersgezinnen bij de steenbakkerij worden voorzien van onderdak, water en elektriciteit.

Volgens UNICEF is dit werk gebonden arbeid, een vorm van slavernij, en nog gevaarlijk ook. De mannen en kinderen werken in weer en wind en elke dag ademen ze de dikke rook in, die veroorzaakt longontstekingen veroorzaakt. Het district waar negentig steenbakkerijen walmen, heeft de laagste levensverwachting van heel Afghanistan. De meeste bakkerijen zijn geconcentreerd in en rond de hoofdstad Kaboel en in de naburige provincie Nangarhar. Volgens de ILO, de internationale arbeidsorganisatie, werken 60.000 Afghaanse kinderen in een steenbakkerij.

Hervé Berger, ILO-vertegenwoordiger in Afghanistan, vreest dat kinderarbeid van de agenda zal verdwijnen als de NAVO zich in 2014 terugtrekt. De Afghanen worden zelf verantwoordelijk voor hun veiligheid. En dat heeft ook gevolgen voor de opbouw van het land en voor de humanitaire hulp die de Afghanen krijgen. Zo wordt door internationale organisaties gevreesd dat het thema kinderarbeid, of kinderslavernij onder de radar verdwijnt en dat de aanpak ervan zal verwateren.

Hervé Berger: "er zijn zoveel andere uitdagingen in Afghanistan dat de aanpak van kinderarbeid nu al geen topprioriteit heeft van de regering en de internationale gemeenschap." De wetten regelgeving zijn er wel, zoals dat kinderen vanaf vijftien jaar geen werk mogen doen dat gevaarlijk is voor hun gezondheid. Ook mag hun werkweek niet langer zijn dan 35 uur. Maar de regels worden nauwelijks door de instanties gehandhaafd.
Jawad Wahabzada werkte vanaf zijn zevende in een tapijtfabriekje. Zijn vader was in dienst geweest van de vroegere communistische regering onder de Sovjet-Unie. Een goede baan die hij verloor toen de Taliban de macht overnamen in Afghanistan. De familie raakte aan de bedelstaf en Jawad moest noodgedwongen aan de slag om mee te helpen met het onderhouden van zijn familie. In de zomer was het snikheet in de fabriek, in de winter ijskoud als Jawad en collega's op een dun tapijt op een betonnen vloer de tapijten fabriceerden. Buiten hoorde hij zijn vriendjes op een trapveldje spelen, schreeuwen, voetballen. "Als ik mij in het zweet werkte voor een hongerloontje, was ik in gedachten buiten", aldus Jawad.

Op twaalfjarige leeftijd kwam Jawad in de Verenigde Staten terecht. Hij ging naar school en inmiddels studeert hij communicatiewetenschappen. Zijn afkomst vergat hij niet. Met een medestudent maakte hij in Kaboel portretten van vier werkende kinderen. In de film Children of Kabul, die nu draait op kleinere filmfestivals, volgt Jawad onder anderen de tienjarige Farshigol. Haar vader werd door de Taliban doodgeschoten, sindsdien is zij de kostwinnaar. Elke ochtend, na het ontbijt, gaat ze samen met haar zusje de deur uit om plastic zakjes te slijten op de markt. Na een dag leuren heeft ze 1,75 euro verdiend. Farshigol: "ik ben de enige die mijn familie te eten geeft. Ik wil dat de regering mij helpt zodat ik naar school kan gaan." Farshigol is een van de twee miljoen Afghaanse kinderen die fulltime of parttime werken, vaak uit bittere noodzaak.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten